Kees (45) is gezinshuisouder. Samen met zijn partner vangt hij vijf jongeren op, die – soms tijdelijk – niet thuis kunnen wonen. De meeste van hen hebben veel meegemaakt. In deze blog schrijft hij over zijn ervaringen.
Een van onze jongeren heeft een pittige tijd. Hij is dan dwars en opstandig. Dit komt door wat hij in het verleden heeft meegemaakt, maar ook door factoren die nu nog spelen.
Hij komt thuis van het sporten. Sport is zijn lust zijn leven, zeker in deze pittige tijd dus extra belangrijk voor hem. Ik kijk op de klok en zie dat het al na zijn officiële bedtijd is.
Ik weet uit ervaring: hij kan dat eigenlijk niet aan, de situatie zal waarschijnlijk escaleren.
Toch bied ik hem bij thuiskomst een kop soep aan. Hij houdt van bruine bonensoep en het is koud buiten. Kort na het opscheppen merk ik, dit gaat niet de goede kant op. De jongere wordt brutaal, negeert mij en vertoont clownesk gedrag. Ik probeer hem te motiveren om tanden te poetsen en naar bed te gaan. De jongere lijkt te blokkeren, maar met wat lichte externe motivatie gaat hij uiteindelijk naar bed. Het is moeilijk om nu nog de dag positief af te sluiten, maar ik probeer het toch. Ik begin een kort gesprekje, benoem wat er goed ging, maar de sfeer keert niet. Ik geef het uiteindelijk op en loop de kamer uit. Plotseling roept hij me na: ‘Jij oude koe!’ Ik schiet in de lach, ik kan het niet verbergen. Hij hoort dat en roept vervolgens: ‘Lach maar oude koe van twaalf meter! Ik hoef je nooit meer te zien.’
De volgende morgen zit hij gewoon rustig en met open ogen aan het ontbijt.