Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Tandvlees

Kees (45) is gezinshuisouder. Samen met zijn partner vangt hij vijf jongeren op, die – soms tijdelijk – niet thuis kunnen wonen. De meeste van hen hebben veel meegemaakt. In deze blog schrijft hij over zijn ervaringen.

Al een paar weken loop ik op mijn tandvlees. De zorg voor de jongeren is intensief. Mijn dag begint om 6.00 uur, ik laat de hond uit en zorg dat de tafel gedekt is. Dit moet voor 6.30 uur gebeuren, want op dat tijdstip staat de eerste jongere op. Hem kan ik momenteel niet uit het oog verliezen. Hij laat veel negatief gedrag zien. Meestal lukt het ons om dit om te buigen, in contact te blijven en met een beetje humor de goede kant op te begeleiden. Tot nu.

Ik ben moe. De zorg voor één van de jongeren valt me zwaar. Ondanks de steeds intensievere begeleiding, lijkt verder in de problemen te komen. We weten het niet meer. De trukendoos is leeg. Ook dit hoort bij gezinshuisouder zijn. Gelukkig worden we goed ondersteund door betrokken collega’s.

Na het zoveelste voorval besluiten we de jongen een time-out te geven. Met bevende stem bel ik zijn voormalig pleegouders op, ik schiet vol zodra ik aan de andere kant van de lijn een stem hoor. Ik baal. Ik hoor aan de stem van de pleegmoeder dat ze schrikt. Niet van de time-out, maar van mij. Ze vertelt me dat ze mij zo niet kent.

Ik kies er bewust voor mezelf open te stellen. Ik vertel haar dat ik het niet meer weet en vraag of zij de jongere op willen vangen tijdens de time-out. Ze stemt toe. Ik ben zo opgelucht!

Tegelijkertijd weet ik dat er dagen van hard werken aan komen. De andere jongeren zijn boos. Boos op het gedrag van de jongere met de time-out. En ze voelen zich angstig. Mag ik wel blijven? Of moet ik ook weg? Ik besef me dat echt bijkomen er nog even niet in zit. Ik moet door. Voor de andere jongeren. Nog even op mijn tandvlees bijten.